Op grond van de Wet op de loonbelasting wordt het loon van een werknemer met een aanmerkelijk belang in de vennootschap waarvoor hij werkt ten minste gesteld op het gebruikelijk loon. Het gebruikelijk loon bedroeg in 2015 ten minste € 44.000. Als de omstandigheden dat rechtvaardigen kan het gebruikelijk loon op een lager bedrag worden gesteld.
De Belastingdienst stelde het gebruikelijke loon van een dga voor het jaar 2015 vast op een bedrag van € 30.000. De dga meende dat dit bedrag nog te hoog was. Omdat dit bedrag lager was dan het in de wet genoemde bedrag van € 44.000 diende de dga aannemelijk te maken dat in zijn geval moest worden uitgegaan van een nog lager loon. De rechtbank was van oordeel dat de dga dat niet aannemelijk heeft gemaakt. De enkele stelling dat de vennootschap tot de overname van een tegelhandel in de loop van 2015 inactief is geweest, vond de rechtbank niet voldoende. De vennootschap was niet structureel verlieslijdend en er waren geen werknemers die in eenzelfde positie verkeerden en een lager loon genoten.