De minister van SZW heeft Kamervragen over de Tozo beantwoord. Zowel de Tozo als het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) kent een lening voor zelfstandige ondernemers die wordt verstrekt door de gemeente. Beide leningen hebben een ander rentepercentage. De minister merkt op, dat beide vormen van kredietverstrekking naast overeenkomsten ook verschillen kennen. Doel en doelgroep van de Tozo-lening zijn beperkter dan doel en doelgroep van de lening op grond van het Bbz. Dat geldt ook voor de looptijd en de omvang van de Tozo-lening. Voor het rentepercentage van de Tozo-lening is aangesloten bij het rentepercentage voor het Corona Overbruggingskrediet. Voor het rentepercentage van het Bbz-krediet geldt als uitgangspunt dat deze op het niveau van de bankrente voor zakelijke kredieten ligt. De rente voor het Bbz-krediet is relatief hoog vanwege de risico’s en het ontbreken van zekerheden.
De minister is niet van plan de rente voor het Bbz-krediet te verlagen tot een niet marktconform niveau vanwege het gevaar dat de regeling zal worden aangemerkt als staatssteun.