Na een arbeidsconflict werd de arbeidsovereenkomst tussen een stichting voor voortgezet onderwijs en een docent door middel van een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst was onder meer opgenomen dat de stichting de docent een positief geformuleerd getuigschrift en positieve referenties zou verstrekken. Verder was in de vaststellingovereenkomst opgenomen dat partijen geen negatieve uitlatingen over elkaar aan derden zouden doen of aan derden mededelen op welke wijze en onder welke voorwaarden de arbeidsovereenkomst is geëindigd. In de considerans van de vaststellingsovereenkomst stond dat herplaatsing van de docent binnen de organisatie van de stichting niet mogelijk was.
De docent heeft na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tweemaal gesolliciteerd bij andere scholen van de stichting dan de school waar hij voorheen werkzaam was. Na de eerste sollicitatie was de docent aanvankelijk meegedeeld dat de keuze op hem was gevallen, maar nadat was geïnformeerd bij de rector van de oude school naar de ervaringen met de docent ging de baan niet door. Na de tweede sollicitatie werd het sollicitatiegesprek waarvoor de docent was uitgenodigd door de school afgezegd.
De docent startte een procedure bij de kantonrechter omdat hij meende dat de stichting de vaststellingsovereenkomst had geschonden door negatieve uitlatingen over hem aan derden te doen, waardoor de docent schade had geleden.
Volgens de kantonrechter zijn de scholen van de stichting geen derden, omdat het geen zelfstandige rechtspersonen zijn. De vaststellingsovereenkomst is niet gesloten met de school waar de docent werkte, maar met de stichting. Bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst heeft de docent zich laten bijstaan door een jurist. Voor zover de docent de betekenis van de vaststellingsovereenkomst voor andere schoollocaties niet heeft onderkend omdat hij geen jurist is, kan dat daarom niet leiden tot een andere conclusie bij de uitleg van de gesloten overeenkomst.
De kantonrechter heeft de vordering van de docent tot schadevergoeding afgewezen.