Zonder dringende reden mag een werknemer niet op staande voet ontslagen worden.
In een procedure was in geschil of de werkgever een dringende reden had om een werknemer op staande voet te ontslaan. De werknemer was zonder toestemming voor verlof een dag niet op zijn werk verschenen. De werknemer had wel toestemming gevraagd. De reden voor het verlof was dat de werknemer op die een taakstraf moest uitvoeren. De werkgever was daarvan op de hoogte. Voor twee eerdere dagen, waarop de werknemer zijn taakstraf had uitgevoerd, had de werkgever wel toestemming gegeven.
De werkgever had eerder aan de werknemer twee officiële waarschuwingen gegeven wegens ongeoorloofd verzuim en te laat komen. De kantonrechter vond deze waarschuwingen niet zwaarwegend, omdat de werknemer de werkgever had laten weten dat hij niet kwam omdat hij zich niet goed voelde. De werkgever heeft de werknemer meerdere malen laten weten dat het goed was dat de werknemer later of niet kwam. Volgens de werkgever heeft hij dit gedaan om de werksfeer goed te houden.
Naar het oordeel van de kantonrechter had de werkgever er in redelijkheid aan mee moeten werken dat de werknemer zijn taakstraf kon uitvoeren. Dat de werkgever wellicht andere belangen had waarvoor het belang van de werknemer moest wijken is in de procedure gesteld noch gebleken. De kantonrechter vond ontslag op staande voet, gelet op alle omstandigheden, een te zwaar middel. De werknemer had recht op een billijke vergoeding en een transitievergoeding. De verzochte billijke vergoeding bestond uit een maandsalaris plus vakantietoeslag. Dat bedrag vond de kantonrechter redelijk.